Bilge Karasu

Een novemberdag. Buiten gutst de regen als een waterval door de Istanbulse straten. Binnen, in een zaaltje in het centrum, stoomt en dampt het. Drie generaties lezers bespreken er de romans, verhalen en essays van Bilge Karasu (1930-1995), een auteur die op alle lycea in het land wordt gelezen, maar toch wordt beschouwd als een goed bewaard geheim.

De oudste generatie bestaat uit Karasu’s leeftijdgenoten, degenen die hem persoonlijk hebben gekend. Vaak als ‘mentor’, want Karasu was uitzonderlijk vrijgevig in het delen van zijn talent en zijn kennis. In zijn huis in Ankara was het door de jaren heen een komen en gaan van beginnende schrijvers, van kunstpausen in de dop, van mensen die later in hun carrière zelf ook weer jongere collega’s adviseerden.

Dat het symposium een kader probeert te schetsen voor Karasu’s werk kan op de instemming rekenen van literaire duizendpoot Enis Batur, een van Karasu’s ‘gezellen’. ‘Een biografiecultuur is er nauwelijks in Turkije. Niemand vraagt ons wat,’ mopperde hij. ‘En straks zijn we dood.’

Dan is er de generatie van mensen die Karasu aan het eind van zijn leven nog net hebben meegemaakt. Mensen als zijn uitgeefster en zijn voormalige studenten van de vakgroep filosofie. En er zijn jonge onderzoekers, twintigers die Karasu’s werk met theoretische paradigma’s te lijf gaan, maar soms onwennig stamelen als het gaat over de interpretatie van zijn teksten.

Briefjes en aantekeningen van Bilge Karasu. Expositie bij Bilge Karasu Günleri, Istanbul, november 2023 (foto: Hanneke van der Heijden)

Maar misschien geldt dat laatste wel voor iedereen in het drukke zaaltje. Want als men het over één ding eens is, dan is het wel dat het werk van de toegankelijke, zo vaak lachende Karasu bepaald niet makkelijk te doorgronden is. Tot welke genres moet je zijn teksten eigenlijk rekenen? Schrijft hij over politieke thema’s? Waarom wordt dat dan regelmatig over het hoofd gezien?

De geslotenheid van zijn teksten is mogelijk te verklaren uit het feit dat hij tot verschillende minderheden behoorde: hij had een joodse vader en een Grieks-orthodoxe moeder. ‘En hij was homoseksueel. Dat zeg ik nu meteen maar even,’ zei de dichter en schrijver Murathan Mungan aan het slot van zijn openingsrede tot het progressieve publiek, ‘want ik weet zeker dat niemand anders dat hier hardop zal zeggen. En toch is het belangrijk, want zijn teksten zijn doordrongen van een gay sensibility.’

‘Een tekst is een oever die bereikt moet worden,’ zei Karasu ooit. Een moeilijk te bereiken oever wel te verstaan, één die inspanning vraagt van de lezer, en van de auteur. Karasu bracht daarvoor alles in stelling, tot leestekens en typografie aan toe. Zijn verhaal over twee vrouwen op een schilderij, zijn enige werk dat in het Nederlands is vertaald, oogt zelf als een schilderij vol haakjes en streepjes, witregels en inspringingen.

Taal was een thema dat voortdurend in de lezingen en discussies terugkeerde. In de eerste plaats vanwege Karasu’s meertalige achtergrond: hij sprak acht talen, en was vlak voor zijn dood begonnen aan een negende. Het gaf hem toegang tot buitenlandse literatuur, die voor veel andere intellectuelen in Turkije destijds ontoegankelijk was.

Zijn teksten schreef hij in het Turks, het Öztürkçe beter gezegd, het ‘eigenlijke Turks’, dat na de stichting van de republiek Turkije gepropageerd werd. De taal van het oude rijk, het Osmaans, werd gezuiverd van Arabische en Perzische invloeden. De gaten die de verbannen woorden achterlieten, werden gedicht met ‘puur-Turkse’ woorden.

Karasu verrijkte dat Öztürkçe in zijn teksten nog met eigen neologismen, en creërde zo een volstrekt individuele stijl – dat was een tweede punt waarover men het roerend eens was. Die stijl had flink wat hoofdbrekens gekost, vertelde een van Karasu’s vertalers. Niettemin ligt Karasu’s werk van China tot Peru in de winkel.

Juist voor een auteur die in vele opzichten tot een minderheid hoort, is een eigen literaire taal wellicht onontbeerlijk. Maar Karasu had ook andere drijfveren. Want als polyglot wist hij als geen ander hoe complex de relatie is tussen woorden en werkelijkheid. En vanuit zijn filosofische achtergrond vond hij dat je om nieuwe dingen te kunnen denken, de grenzen van de taal moet oprekken, een nieuwe taal nodig hebt.

Na drie symposiumdagen vol verkenningen en invalshoeken bleef de grote vraag vanzelfsprekend: waar gaat zijn werk over, die zo gelaagde, soms hermetische, steeds intrigerende teksten van die toeschietelijke man? Ook in dat opzicht was Mungan de meest uitgesproken spreker: ‘Liefde en passie. Voor mensen, zeker, maar ook voor bomen en planten, voor beesten en beestjes.’ Je hoefde maar te zien, vertelde hij, hoe Karasu een bosje peterselie benaderde. Hoe hij stengel voor stengel bekeek, schoonmaakte en waste, zorgvuldig in een bakje legde. ‘Bilge Karasu,’ constateerde hij, ‘is de grootste liefdesschrijver van Turkije.’

 

Dit stuk werd geschreven door Hanneke van der Heijden bij de eerste aflevering van ‘Aldaar’, een rubriek met literair nieuws uit Turkije, de Arabische wereld en andere landen. ‘Aldaar’ is vanaf 2024 te vinden in De Nederlandse Boekengids. Dit artikel werd gepubliceerd in jaargang 9, nummer 1 (februari-maart 2024).

Website van Hanneke van der Heijden, literair vertaler – over de literaire wereld in Turkije, over vertalen, en met fragmenten gepubliceerde en ongepubliceerde vertalingen uit het Turks.

WOORDENWOLK