Personages die ‘Deugd’, ‘Vrij’ of ‘Revolutie’ heten – eigennamen in vertalingen
Naar aanleiding van het verschijnen van De vrouw met het rode haar, mijn vertaling van de nieuwe roman van Orhan Pamuk, vroeg tijdschrift Onze Taal me een kort stukje te schrijven over een vertaalprobleem en een -oplossing. Onderstaande bijdrage verscheen in het nummer van oktober 2017.
Probleem
Als er één ding is waaraan een vertaler niets hoeft te doen, zijn het wel eigennamen, zou je denken. Die kan hij simpelweg overtypen uit het origineel, of dat nu in het Engels, Duits of Swahili geschreven is. Emma Bovary heet Emma Bovary, of ze nu Frans spreekt of Nederlands, en Frits van Egters is ook in The Evenings gewoon Frits van Egters. Maar wat nu als in de brontaal haast iedere naam een zichtbare betekenis heeft, zoals in het Turks? Turken heten rustig ‘Deugd’, ‘Vrij’ of ‘Revolutie’. En waarom zou een romanschrijver de namen van zijn personages niet met een reden kiezen? Vertalen dan maar? Maar in dat geval is een tekst voor je het weet een Elckerlijc-achtige allegorie. Over het algemeen valt er voor de vertaler weinig meer te doen dan zuchten.
Oplossing
In één geval is er wel een oplossing: bij de namen van restaurants, bioscopen en kranten wekt de vertaling meestal geen bevreemding. In De vrouw met het rode haar (2017) van Orhan Pamuk, waar hoofdpersoon Cem steeds de nabijheid van het uitspansel voelt en zijn ontmoeting met de theateractrice Gülcihan in de sterren lijkt geschreven, heet de fictieve lunchroom daarom niet Yıldız, zoals in het Turkse origineel, maar De Ster (de Nederlandse betekenis van Yıldız), de openluchtbioscoop niet Güneş maar De Zon. En als er in een krant gebladerd wordt, is dat niet Hürriyet maar De vrijheid, niet Günaydın maar Goedemorgen – ook die namen zijn vertaald, al liggen die kranten bij iedere echte kiosk en blijven in zakelijke vertalingen hun namen altijd Turks. Want waarom zou de literair vertaler bepalen wat feit is en wat fictie als de auteur die twee juist graag vermengt?